Het zijn bijzondere tijden voor leraren en docenten. Normaal gaan ze iedere dag met een broodtrommel onder hun arm naar school, maar nu moeten ze vanuit huis werken. We spreken met een paar leerkra…
Datum: 16 april 2020
Het zijn bijzondere tijden voor leraren en docenten. Normaal gaan ze iedere dag met een broodtrommel onder hun arm naar school, maar nu moeten ze vanuit huis werken. We spreken met een paar leerkrachten uit het primair onderwijs en docenten uit het voortgezet onderwijs en het MBO over het organiseren van onderwijs op afstand, maar ook over hun dagindeling en het missen van hun leerlingen. Deze keer: Suzanne, docent en studieloopbaanbegeleider op het ROC in Nijmegen.
“In eerste instantie ontzettend hectisch. Met ons onderwijsteam hebben we in drie dagen tijd ons onderwijs op afstand ingericht. Op die dagen is een viertal docenten ook live bij elkaar gekomen om plannen en structuren te bedenken. De grote lijnen werden uitgezet. De andere docenten werkten op afstand mee aan deze plannen. Vanaf donderdag 19 maart zijn wij ons online lesrooster gaan draaien met eerste- en tweedejaars studenten. Dit verliep strak en bleek goed georganiseerd; ik ben daarom ook erg trots op ons team. We hebben in korte tijd veel neergezet. In die eerste week heb ik mij wegwijs gemaakt in Teams. Ik heb mijn toetsvormen aangepast en heb stagegesprekken met derdejaars studenten op afstand gevoerd.”
“Onze studenten volgen een mbo 4-opleiding Juridisch administratief medewerker of Medewerker HRM. Zij hebben een online lesrooster. Elke ochtend ontvangen zij om 9:00 uur het dagprogramma. Zij kunnen dan zien welke opdrachten zij voor de vakken van die dag moeten maken. Ook staan hier strakke deadlines in. Elke student heeft een LOB-er (loopbaanbegeleider). Deze LOB-er houdt nauw contact met studenten thuis. Elke vrijdag levert de student een logboek in. Hoe ging het deze week? Wat ging goed? Wat ging minder goed? Hoe voel je, je? Hoe gaat het thuis? Welke feedback heb je voor de docenten?”
“Daar hebben wij nog geen concreet antwoord op. Wij wachten zelf nog op de randvoorwaarden waar centraal examineren aan zal moeten voldoen. Mogen we straks wel binnen het schoolgebouw aftoetsen of moet dit op afstand?”
“Ja, de studenten zijn over het algemeen heel positief. Wij vragen in de logboeken ook feedback van onze studenten. Hierin geven zij aan dat zij het knap van ons (docenten) vinden hoe wij het onderwijs zo snel op afstand hebben ingericht. Zij hebben er daarom ook begrip voor als niet alles direct vlekkeloos loopt. Sommige studenten missen school heel erg. Anderen vinden het wel ‘lekker zo’. Wel vinden ze dat er veel op ze afkomt. Ze krijgen ineens veel opdrachten en verslagen die ze zelfstandig moeten maken. Er wordt meer beroep gedaan op hun zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Dat is voor de één makkelijker dan voor de ander.
Het is soms ook lastig om studenten op afstand te monitoren en hun aanwezigheid en afwezigheid in het online lesprogramma in de gaten te houden. De ene student kan zelfstandig structuur aanbrengen in zijn of haar dag. Voor de andere student is dit lastiger.”
“Ik geef op maandag en donderdag online les via Microsoft Teams. Ik geef dan les aan tweedejaars HRM-studenten. Daarnaast bel ik veel met de studenten die ik begeleid en beantwoord ik vele vragen. Ook voer ik stagegesprekken op afstand met derdejaars studenten en hun praktijkbegeleiders. Ook houd ik mij bezig met het ontwikkelen van nieuwe vakken voor de vierde en laatste periode van dit studiejaar.”
“Ik merk niet zoveel angst binnen ons team. Ik vind dat wij krachtig omgaan met de onzekere situatie en we proberen vooral zoveel mogelijk ons eigen plan te trekken als onderwijsteam. Onze grootste uitdaging op dit moment ligt in de eindexaminering van onze derdejaars studenten. Op de langere termijn maken wij ons wel zorgen over studenten die geen prettige thuissituatie hebben en/of veel moeite hebben met het op afstand leren.”