Om op school efficiënt en zelfstandig te kunnen functioneren moet een leerling zijn gedrag kunnen sturen. Hij moet bijvoorbeeld zijn impuls beheersen om zomaar door de klas te roepen, onthouden …
Datum: 20 december 2018
Eersteklassers in het voortgezet onderwijs hebben net de basisschool achter de rug. Ze hebben een schooladvies gekregen en gaan vol verwachting aan de slag in de brugklas. Dan blijkt het leren ook bij de begaafde kinderen niet altijd even gemakkelijk te gaan of voldoen ze niet aan de verwachtingen van leraren. Ook de hoge CITO-score is blijkbaar niet een goede voorspeller geweest. Wat moet je dan doen?
Hoogbegaafde leerlingen kunnen in de brugklas tegen een aantal problemen aanlopen:
Hoogbegaafden die met weinig inspanning op de basisschool functioneerden, hebben zich soms een leerstijl aangewend die niet werkt in het voortgezet onderwijs. De leerling heeft nauwelijks ervaring met ‘iets niet kunnen’ en dit is juist nodig voor een goede werkdiscipline bij huiswerk. Leer hoogbegaafde kinderen te leren van hun fouten of mislukkingen, zonder daarbij de verwachting uit te spreken: jij bent hoogbegaafd, jij moet alles kunnen. Die verwachting is nooit waar te maken en leidt tot faalangst.
Interessant hierbij is ook de theorie over de ‘fixed mindset’ en ‘growth mindset’. ‘Fixed mindset’ is de overtuiging dat capaciteiten vaststaan. Je hebt talent of je hebt het niet. Kinderen die een ‘fixed mindset’ hebben vermijden dingen waarin ze minder goed zijn liever, want dan kan het ook niet mis gaan. Growth mindset is de overtuiging dat je capaciteiten kan ontwikkelen. Je hoeft iets niet meteen te kunnen, maar kunt het door te doen. Als iets niet lukt, is dit geen falen, maar betekent het dat je meer oefening nodig hebt.
Voor hoogbegaafde leerlingen is de leeromgeving vaak niet stimulerend genoeg. Veel stof wordt aangeleerd door herhaling. Leerlingen krijgen maar weinig de kans om een eigen aanpak uit te proberen of om creatieve oplossingen te zoeken voor vraagstukken. Wat kan helpen is om hoogbegaafde leerlingen vanuit verschillende invalshoeken te laten werken aan thema’s. Op die manier ligt verveling minder op de loer én wordt hun creativiteit en probleemoplossend vermogen beter ontwikkeld. Geef hoogbegaafde leerlingen ook voldoende mogelijkheden voor verrijking. Ook hiermee kan tegemoet worden gekomen aan de behoeften van een begaafde leerling.
Er zijn hoogbegaafde leerlingen die heel veel moeite doen om bij de groep te horen en die zich zeer sterk aanpassen. Anderen willen juist niet bij de groep horen en willen hun eigen gang gaan. In beide gevallen kunnen ze zich erg eenzaam voelen. In deze situatie kan het helpen om te zorgen voor contact met andere hoogbegaafden van dezelfde leeftijdsgroep: (her)kenning en jezelf kunnen zijn, je humor en interesses kunnen delen en je even niet aanpassen aan je omgeving. Een school kan hierin faciliteren.
Wil je meer weten over hoogbegaafdheid en hoe kinderen geholpen kunnen worden met de problemen die zij ervaren? Neem dan contact op met Joost van Berkel, Senior adviseur en GZ-psycholoog/orthopedagoog bij Marant, j.vanberkel@marant.nl. Wij bieden ook de opleiding aan tot specialist hoogbegaafdheid, voor meer informatie hierover klik je hier.