Het gedrag van apen vormt het model voor ons natuurlijke en sociale gedrag op de werkvloer. We kunnen dus heel veel van apen en hun groepsgedrag leren, als het op leidinggeven aankomt. Sarah Mutsaers legt het uit in het onderstaande filmpje.
In groepen apen is altijd een duidelijke hiërarchie. Dit is efficiënt en het bespaart energie: apen overleven het niet als ze over iedere beslissing moeten discussiëren. Aangezien apen in groepen van overzichtelijke omvang leven, is iedere groep apen een zelfsturend team. Wie leiders zijn wordt door de groep bepaald. Dit kan zijn op basis van expertise, ervaring, kracht, sociale vaardigheden, leeftijd of veel kabaal.
Onze menselijke vorm van zelfgeorganiseerd leiderschap gaat vaak fout op het moment dat externe structuren deze vorm van leiderschap proberen te beïnvloeden, door het af te keuren of juist te formaliseren en extra te belonen. Bij problemen verwacht de groep vaak dat juist de ‘hogere machten’ ingrijpen terwijl de groep zelf dit informeel leiderschap heeft laten ontstaan. Vaak wordt dan niet de verantwoordelijkheid teruggelegd.
Mensen kunnen elkaar beïnvloeden in het groepsgedrag. Er zijn maar twee groepen mensen die dat niet doen: dementerende bejaarden en personen met autisme. Mensen nemen elkaars patronen over vanuit onzekerheid: als vijf mensen in een test voor antwoord A kiezen terwijl jij zeker weet dat B het goede antwoord is, ben je geneigd om toch ook voor A te kiezen. We vertrouwen dus op de groep, op ‘de anderen’. Het voordeel van dit mechanisme is dat je niet overal diep over na hoeft te denken. Het nadeel is dat je soms dingen doet die helemaal niet handig zijn of je in gevaar kunnen brengen, zoals op je plek blijven zitten als het brandalarm gaat (omdat iedereen blijft zitten).
“Het structuur van het onderwijs maakt het ontzettend lastig om succesvol veranderingen door te voeren”, stelt Patrick van Veen. Hij legt in onderstaand filmpje uit waar dat door komt.
De reden dat veranderingsprocessen in het onderwijs zo vaak mislukken is dat mensen in het onderwijs amper tijd met hun collega’s doorbrengen. Je ziet ze vaak vluchtig tussen de lessen door en je spendeert amper tijd met je leidinggevende. Mensen in het onderwijs hebben heel weinig tijd om frustraties uit te wisselen, koffie te drinken, samen na te denken, et cetera. Dit is echter essentieel oom een goede band op te bouwen en elkaar te vertrouwen. Als je investeert in de relatie met je collega’s, komt dat de samenwerking ten goede. Leerkrachten zouden elkaar dus wat vaker moeten ‘vlooien’: samen tijd doorbrengen. Dit is belangrijk om processen te laten slagen.
Kijk voor meer informatie op de website van Apemanagement.