Om op school efficiënt en zelfstandig te kunnen functioneren moet een leerling zijn gedrag kunnen sturen. Hij moet bijvoorbeeld zijn impuls beheersen om zomaar door de klas te roepen, onthouden …
Kinderen ontwikkelen zich constant: tijdens het eten, verschonen, spelbegeleiding en zo verder. In de peuterspeelzaal en de kinderopvang is het stimuleren van die ontwikkeling van het kind ingebed in het dagprogramma. Goede taal- en interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers zijn hierbij de sleutel tot ontwikkeling. Daarnaast zijn diezelfde vaardigheden belangrijk voor de communicatie met ouders en collega’s.
Met TINK leert je extra effectief omdat het werk op de groep altijd het uitgangspunt is. Echte situaties met kinderen en collega’s staan centraal waardoor zowel taal- als interactievaardigheden geoefend kunnen worden.
Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang
Na de TINK training:
In TINK staan zes interactievaardigheden centraal:
In overleg met je organisatie wordt bepaald hoeveel trainingsbijeenkomsten nodig zijn. In de bijeenkomsten staan de zes interactievaardigheden centraal. We werken met casussen uit je eigen praktijk en leggen een verbinding met de theorie. Je oefent met vaardigheden als zelfreflectie, teamreflectie en feedback geven. Tussen de bijeenkomsten door voer je praktijkopdrachten en heb je teambesprekingen.
Als je met goed gevolg de training hebt doorlopen, ontvang je een certificaat.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met het team van Het Jonge Kind via jongekind@marant.nl.